18 maart 2008

Import export (Warande - 18.03.2008)

Neen, dit was geen projectie van de gelijknamige film van Ulrich Seidl, maar wel een productie van het Belgische dansgezelschap Les Ballets C de la B. Het concept en de regie voor deze productie lag in handen van Koen Augustijnen, dus wekt het geen verwondering dat Import Export veel herinneringen oproept aan diens vorige productie (Bâche).

Daar waar in Bâche alles draaide rond het thema 'angst', laat Augustijnen in Import Export zijn dansers (en zichzelf) werken rond het gevoel van 'onmacht'. Het is wellicht Augustijnen zelf die met zijn kalende karakterkop en expressieve dansstijl het best het gevoel van onmacht uitbeeldt : de heupen naar voor en naar achter zwaaiend, alsof hij met de tippen van de tenen balanceert op een slap koord. Bijna wanhopig proberen om een mens in nood te helpen of aan te raken, maar daar telkens nét niet in slagen.

De setting lijkt nog het meest op een transitzone of een desolaat havengebied. Containers zomen de buhne af. Niet enkel goederen passeren in zo'n transitzone. Ook mensen zijn niet meer dan producten in de wereldeconomie. Augustijnen werd bij het maken van deze productie o.a. geïnspireerd door de hallucinante documentaire Darwin's nightmare : het uitzetten van de Nijlbaars in het Victoriameer verneukte niet alleen volledig het eeuwenoude eco-systeem, maar ook de harmonie van de plaatselijke bevolking wordt brutaal verstoord. Of hoe de gewone Afrikaan baan moet ruimen voor de Westerse economie. Augustijnen werd dusdanig aangegrepen door deze docu, dat hij hieromtrent correspondentie richtte aan sp.a-europarlementslid Anne Vanlancker.

De onmacht die je als (on)schuldige Westerse consument ervaart, wordt door Augustijnen uitgebeeld in een scène waarbij je je steeds ongemakkelijker voelt : Afrika wordt gesymboliseerd door de Cubaanse danseres van Afrikaanse origine Lazara Rosell Albear terwijl Europa wordt 'vertolkt' door Augustijnen. Nadat ze met enige trots een Afrikaans volkslied gezongen heeft, wordt Albear door Augustijnen gedwongen om zich tergend langzaam maar zeker uit te kleden terwijl ze door hem beschimpt wordt. De kijker ziet machteloos toe hoe Afrika door het Westen gestript en gestroopt wordt.

De lenigheid van de dansers is opvallend. Zo wordt Gaël Santisteva door twee andere dansers van hot naar her voortgesleurd aan zijn twee benen. De knopen waarin hij zijn lichaam moet leggen, lijken soms onontwarbaar en wanneer zijn benen in een tegenovergestelde richting getrokken worden, bevindt zijn lichaam zich op het randje van het menselijk houdbare. En dan is er nog de uiterst flexibele Marie Bauer, die erin slaagt om zichzelf enkele keren na elkaar op het achterhoofd te slaan ... met de onderkant van haar voet !

Net zoals in Bâche bedient Augustijnen zich opnieuw van de diensten van alt-zanger Steve Dugardin en het vrouwelijke strijkkwartet Kirke. Zij vertolken enkele Franse profane barokliederen, die worden aangevuld met electronische muziek, gecomponeerd door Sam Serruys. De vijf muzikanten verlaten af en toe hun stellage en mengen zich in de voorstelling.

Een voorbeeld van zo'n mooi Frans baroklied (Vos mépris chaque jour van Michel Lambert) :

Vos mépris chaque jour me causent mille larmes.
Mais je chéris mon sort, bien qu'il soit rigoureux.
Hélas ! Si dans mes maux je trouve tant de charmes,
Je mourrais de plaisir, si j'étais plus heureux.

Misschien een tikje te lang en hier en daar wat onevenwichtig (het nut van een buitenboordmotor die vastgebonden was op de rug van één van de dansers ontgaat me volledig), is Import Export toch een zeer interessante productie van een geëngageerde choreograaf.

Geen opmerkingen: