Snelfilm 4
Januari 2009 was een uiterst aangename filmmaand. Al was het maar omdat in deze maand de Belgische release van APPALOOSA (Ed Harris, 2008) te noteren viel. Het genre van de western is niet kapot te krijgen en dat is aan dit soort releases te danken. De twee boezemvrienden Virgil Cole (Ed Harris) en Everett Hitch (Viggo Mortensen) laten zich door een klein stadje inhuren om de orde te handhaven en vooral om een einde te maken aan het terreurbewind van Randall Bragg (Jeremy Irons). Deze taak lijkt van een leien dakje te lopen totdat de mooie jonge weduwe Allison French (Renée Zellweger) in het stadje arriveert en het hart van de stugge Virgil op hol doet slaan. Een degelijke en solide western zonder al te veel pretentie. De film probeert nooit in te haken op de recente golf van de zogenaamde 'visionaire' westerns en is daarom een leuke kijkervaring zonder meer, die vooral drijft op de mystieke vriendschap tussen de twee hoofdpersonages. Goede acteerprestaties behalve van Zellweger die haar personage helaas zelden boven een karikatuur weet uit te tillen.
Na het verdiende succes van No country for old men gaan de broertjes Coen terug de luchtigere toer op met BURN AFTER READING (Joel & Ethan Coen, 2008). Twee fitnessmedewerkers komen per toeval in het bezit van de memoires van een voormalig CIA-agent en ruiken geld. Het tweetal is echter niet al te intelligent en hun amechtige chantage-pogingen brengen al snel een onoverzichtelijke kettingreactie teweeg. 'Over the top' was het devies bij het maken van deze hoogst amusante klucht. Zoals vanouds kunnen de Coen-broers rekenen op een sterrencast : Brad Pitt is kostelijk als de uiterst idiote Chad, George Clooney heeft de beste grap in huis met het apparaat dat hij in zijn kelder bouwt en John Malkovich trekt alle registers open als de overspannen CIA-agent Osbourne Cox. Oeractrices Tilda Swinton en Frances McDormand stellen nooit teleur. Een prettig weerzien met David "Sledge Hammer" Rasche in een kleine rol als CIA-agent met de ondankbare taak om het hele incident in de doofpot te stoppen. De laatste minuten van de film (een gesprek in een CIA-kantoor) zijn hilarisch.
Heel wat minder valt er te lachen in ELEGY (Isabel Coixet, 2008). Cultureel criticus en literatuurprofessor David Kepesh (Ben Kingsley) is een gescheiden man op leeftijd die zich vergenoegt met seksuele avontuurtjes met bij voorkeur jonge vrouwen. De mooie Consuela Castillo (Penélope Cruz) is één van zijn studentes. Het eerste doel (haar in bed krijgen) wordt al snel bereikt maar deze relatie wordt meer dan dat. De professor wordt overmand door bezitterige jaloezie en door puberale verliefdheid, alle raadgevingen van zijn beste vriend, de gevierde dichter George O'Hearn (Dennis Hopper), ten spijt. De relatie is gedoemd om te mislukken maar wanneer bij Consuela borstkanker wordt vastgesteld, brengt dit het tweetal terug samen. Een verfijnde verfilming die de lat zeer hoog legt. Intellectueel en ambitieus, met diepgaande reflecties over ouder worden en over relaties. Voer voor fijnproevers. Pas op het einde wordt de juiste toon gemist en gaat de film een tikje uit de sentimentele bocht. Cruz acteert zeer gedreven en is in sommige shots onweerstaanbaar mooi. Zo'n film is gefundens fressen voor rasacteur Kingsley maar dé verrassing van de film blijkt zowaar Dennis Hopper te zijn. Een Hollywood-project dat bijna Europees aanvoelt. De Spaanse roots van regisseuse Coixet zullen hieraan wel niet vreemd zijn.
Een boeiende film in elkaar boksen met als onderwerp ... een interview ? Het blijkt te kunnen in FROST/NIXON (Ron Howard, 2008). Niet zomaar een interview natuurlijk, maar wel de beruchte reeks interviews die de Britse TV-figuur David Frost in de zomer van 1977 afnam van gewezen USA-president Richard Nixon. Zal Frost erin slagen om van Nixon een publieke bekentenis en excuses af te dwingen voor het Watergate-schandaal ? Regisseur Howard is al lang gepokt en gemazeld in Hollywood-technieken en weet perfect hoe hij een goed drama moet opbouwen. De prent is gebaseerd op een toneelstuk van Peter Morgan en de twee acteurs die eerder op de planken gestalte gaven aan Frost (Michael Sheen) en Nixon (Frank Langella) mogen dat nu ook op het witte doek doen. Tevens een interessante kijk achter de schermen van het interview, waarbij de factor 'geld' zeer belangrijk blijkt te zijn. Ook in de bijrollen degelijk acteerwerk : Kevin Bacon als rechterhand van Nixon en met Sam Rockwell, Matthew Macfadyen en Oliver Platt als research-team voor Frost. Een schoolvoorbeeld van perfect geacteerde en boeiende dramaturgie. De vijf oscarnominaties kunnen dan ook nauwelijks een verrassing genoemd worden.
De derde film uit de Potter-franchise was HARRY POTTER AND THE PRISONER OF AZKABAN (Alfonso Cuarón, 2004). Harry begint onder een slecht gesternte aan zijn derde jaar op de tovenaarsschool Hogwart : de veroordeelde slechterik Sirius Black (Gary Oldman) is ontsnapt uit de gevangenis en heeft het blijkbaar op Harry gemunt. Zal Harry de confrontatie overleven, bijgestaan door zijn trouwe vrienden Hermione en Ron en door de nieuwe professor Lupin (David Thewlis) ? De waarheid zit echter heel wat complexer in elkaar en levert een flinke verrassing op ... Op zich valt er weinig aan te merken op deze aflevering uit de Potter-sage, maar ik voelde me op geen enkel moment betrokken bij de ontwikkelingen in deze prent. Deze aflevering was een tikje donkerder en grauwer dan de twee voorgangers en bied - gelet op de inhoud - heel wat potentieel, maar ik kon me niet van de indruk ontdoen dat de film snelsnel werd ingeblikt. De special effects deden mijn hoofd nooit spinnen en vooral het duale karakter van professor Lupin komt flauwtjes uit de verf. Doodjammer want Thewlis is sedert Naked (Mike Leigh, 1993) één van mijn favoriete acteurs. Ook de ingehuurde regisseur Cuarón heeft heel wat meer in zijn mars dan deze eenheidsworst (zoals uit Y tu mamá también, 2001 of Children of men, 2006 mag blijken).
In 1981 haalde Bobby Sands, als actief lid van het Provisional Irish Republican Army sedert 1977 opgesloten in de Long Kesh-gevangenis, het wereldnieuws met zijn hongerstaking, die voornamelijk tot doel had om erkenning te bekomen als politieke gevangene. Dit protest - en de daaraan voorafgaande 'blanket protests' (de weigering om gevangeniskledij te dragen) en 'dirty protests' (de weigering om zich te wassen, gecombineerd met het besmeuren van de celmuren met eigen uitwerpselen), vormen het onderwerp van het zeer grauwe en harde HUNGER (Steve McQueen, 2008). Dat regisseur McQueen van opleiding een visueel artiest is, blijkt uit de schitterende en grafisch zeer scherpe fotografie, die de prent een compromisloze en vlijmscherpe look meegeeft. De figuur van Sands zelf wordt pas na ruim een half uur geïntroduceerd. In het eerste gedeelte van de film is er vooral aandacht voor het dirty protest. Nauwelijks dialoog maar wel een vuistslag in het gezicht van de kijker. Tijdens een scène waarin de naakte gevangenen afgeranseld worden door stoottroepen, riep iemand in de filmzaal geëmotioneerd "klootzakken !". Dit om aan te tonen hoe hard de film wel niet is. Hoogtepunt in de film is een gesprek tussen Sands en een priester, waarin Sands de hongerstaking aankondigt en verdedigt. Opgenomen in één ononderbroken take van ruim 17 minuten (!) is deze dialoog zowel boeiend als verhelderend. Een huzarenstukje ook van acteur Michael Fassbender, die onderworpen werd aan een medisch gecontroleerd crashdieet om de hongerstaking van Sands realistisch uit te beelden. Een controversiële film die inhoudelijk misschien wel vragen van authenticiteit oproept maar die visueel niet minder dan een tour-de-force is.
Wat bezielde de intelligente student Christopher McCandless om zijn familie en al zijn bezittingen achter te laten, zijn studiefonds aan Oxfam te schenken, doorheen Amerika te liften en op z'n dooie eentje de winter door te brengen in het barre Alaska ? In INTO THE WILD (Sean Penn, 2007) wordt een poëtisch en aangrijpend portret geschetst van deze rusteloze ziel, van de verschillende personen die hij op zijn reist ontmoet en van de dramatische wijze waarop aan de zoektocht van Christopher een einde komt. Dit is filmpoëzie van de bovenste plank. Ondanks de lengte (148 minuten) geen moment vervelend maar integendeel ontroerend en inspirerend. Schitterende soundtrack van Eddie Vedder. Naast een charismatische Emile Hirsch in de hoofdrol tevens een opvallende bijrol voor veteraan Hal Holbrook als de eenzame weduwnaar Ron Franz. Als voornaamste kritiek op de film valt regelmatig te lezen dat leven en dood van McCandless nodeloos opgehemeld worden, dat hij als een bijna religieus figuur neergezet wordt terwijl hij niet meer dan een ondankbare en werkschuwe loser was die - onder het mom van de zoektocht naar zichzelf - liever met hippies en ander tuig optrok dan zijn talenten te benutten. Ik citeer een imdb-commentator : "The problem here is that Penn is celebrating McCandless' folly instead of investigating it. Not for one moment are we asked to consider that this kid is perhaps a bit of an idiot. We're meant to find his journey inspiring and his plight tragic. But instead it's neither of those things. And at the end his death is elevated to grandiose status (it's shot like he's ascending to heaven, that he's communing with god). But in reality his death is what happens when a deluded moron tries to live in the wilderness without a map or enough food." Natuurlijk zijn er twee kanten aan een medaille, er er zullen altijd wel mensen zijn die dit soort van soulsearching afdoen als leeg gezwam en als excuus voor luiheid, maar voor mij werkte de film wel. De enige terechte kritiek lijkt mij te zijn dat de ouders van McCandless nogal stereotiep geportretteerd worden.
Some guys have all the luck. Neem nu Vincent Cassel : een begenadigd acteur, eigenaar van een charismatische karakterkop en bovenal ... echtgenoot van de goddelijke Monica Belluci. Het tweetal kwam voor het eerst met elkaar in contact in L'APPARTEMENT (Gilles Mimouni, 1996). Zakenman Max (Cassel) staat op het punt naar Tokio te vertrekken om een belangrijke zakendeal af te sluiten, wanneer hij een glimp opvangt van een vrouw, waarvan hij meent dat het zijn voormalige liefje Lisa (Belluci) is. Hij stelt zijn reis uit, lucht zijn hart bij boezemvriend Lucien en jaagt de schim van Lisa achterna. Hij ontdekt de vermoedelijke woonplaats van Lisa en verschaft zich toegang tot haar appartement. Er blijkt echter een andere jongedame (Alice) te wonen. Wat is het verband tussen Alice en Lisa ? Hier neemt de klassieke (en ietwat saaie) premisse een scherpe bocht en ontvouwt de film zich als een intrigerende puzzel, waarvan de stukjes middels flashbacks vanuit verschillende perspectieven langzaam op hun plaats vallen ... Het duurt een heel eind vooraleer de film boven zichzelf uitstijgt. Gedurende de eerste drie kwartier is de film langdradig, pretentieus en saai. Maar dan ! Van zodra het Alice-personage (een schitterende rol van de grootboezemige Romane Bohringer) geïntroduceerd wordt, heeft de plot meer twists & turns dan ik kan tellen en blijf je aan het scherm gekluisterd. De tragische en bijna onaardse schoonheid van Belluci is maar één van de troeven van deze markante prent, die een Hollywood-remake kreeg middels Wicker Park (Paul McGuigan, 2004).
Wat anders dan grauw realisme in een Dardenne-film ? Zo ook in LE SILENCE DE LORNA (Luc en Jean-Pierre Dardenne, 2008). De Albanese immigrante Lorna droomt van een mooiere toekomst samen met haar verloofde en heeft zich door de criminele Fabio laten inschakelen in een vernuftig plan : eerst gaat ze een schijnhuwelijk aan met de jonge junk Claudy - die met wat geld gelokt wordt - om zo de Belgische nationaliteit te verkrijgen. Vervolgens zal Claudy een overdosis toegediend krijgen en zal Lorna met een rijke Rus huwen om op haar beurt de Belgische nationaliteit over te dragen. Om het schijnhuwelijk met Claudy te doen slagen, moet Lorna een tijdje met hem samenwonen. Ze krijgt sympathie met de onbeholpen junk en helpt hem in een poging om af te kicken. Gaandeweg ziet ze het onmenselijke van het hele plan in ... Met de camera dicht op de huid van de protagonisten, een gebrek aan soundtrack, een grauw-realistische fotografie, een zeer sterk script (winnaar op het Festival van Cannes) en perfect acteerwerk, hebben de broeders Dardenne opnieuw een film in elkaar gestoken die de kijker niet licht zal vergeten. Vooral een pluim voor de vaste Dardenne-acteur Jérémie Renier (wat een fantastische acteur !) en voor de Kosovaarse actrice Arta Dobroshi die in haar eerste grote rol als Lorna zeer veel naturel en talent tentoonspreidt.
Van acteren heeft trouwens de mooie Emmanuelle Béart ook een flinke brok kaas gegeten. Dat bewijst ze in LES EGARES (André Téchiné, 2003). Ze speelt de rol van Odile, een jonge weduwe die bij het uitbreken van WO II met haar twee jongere kinderen Parijs ontvlucht. Temidden de chaos van een Nazi-bombardement neemt Yvan, een wereldvreemde jongeman, het jonge gezin op sleeptouw en neemt hen mee naar een verlaten landhuis op het platteland. Ver weg van alle oorlogsgeweld tracht het gezin te overleven en er ontstaat een erotische band tussen Odile en de bizarre Yvan, die met zijn kortgeschoren kop, zijn sjofele kleren en zijn analfabetisme lijkt op een soort enfant sauvage. Aan de korte idylle komt al snel een einde wanneer enkele verdwaalde soldaten het landhuis ontdekken ... De film is geen meesterwerk maar kruipt toch wel even onder de huid en heeft iets ongrijpbaars over zich. Béart is een lust voor het oog. Van een happy end is er zeker geen sprake. Het script laat misschien hier en daar te wensen over maar heeft wel de verdienste onbewandelde paden te willen betreden en een originele invalshoek omtrent oorlogsellende te willen nastreven.
Een oorlogsprent van een heel andere allure is LUST, CAUTION (Ang Lee, 2007). In 1942 is Shanghai een door de Japanners bezette stad. Het jonge meisje Wong heeft zich enkele jaren eerder laten inlijven bij een jong en ambitieus theatergezelschap, dat zich tot doel stelt om de patriottische gevoelens bij de Chinezen aan te wakkeren. De jonge acteurs besluiten om het niet bij acteren te laten en hun overtuigingen in daden om te zetten : ze besluiten om de topambtenaar Yee om te brengen en Wong wordt uitkozen om zich in diens entourage in te werken. Het kost Wong weinig moeite om indruk te maken bij Yee maar door omstandigheden moet het plan enkele jaren de koelkast in. In 1942 wordt Wong ingelijfd bij de ondergrondse verzetbeweging om alsnog Yee in de val te lokken. Wanneer er een passionele, sado-masochistische relatie ontstaat tussen Wong en Yee, valt het haar steeds lastiger om haar prioriteiten in de juiste volgorde te houden ... Veteraan Tony Leung en de mooie debutante Wei Tang monopoliseren het scherm in deze opulente prent, waarin de fotografie verbluffend mooi is en de sets tot in de allerkleinste details verzorgd zijn. Ongebruikelijk in dit soort van lange (157 minuten) en historische drama's zijn enkele zeer ruwe en expliciete seksscènes. Een film die erom smeekt om op een groot scherm bekeken te worden, waarop de volle grandeur tot zijn recht kan komen. Echter zeker geen spek voor ieders bek.
Dat laatste is trouwens het minste dat je van REDACTED (Brian De Palma, 2007) kan zeggen. Een Amerikaanse legerheid heeft tijdens de bezetting in Irak de saaie maar psychologisch zeer belastende taak om een checkpoint te bemannen en alle passanten te onderzoeken, wetende dat iedereen een potentiële zelfmoordterrorist is. De film bestaat uit een collage van allerlei standpunten : het videodagboek van één van de soldaten, een tendentieuze Europese documentaire, youtube-filmpjes van terroristen, ... Eén en ander loopt zwaar uit de hand wanneer enkele soldaten zich vergrijpen aan een onschuldig 14-jarig Irakees meisje en haar ganse familie uitmoorden. Het is aan deze gruwelijke (en waargebeurde) kapstok dat De Palma zijn voor het overige fictieve film ophangt. Er valt wel één en ander op te merken over deze topzware prent : er wordt niet al te best geacteerd en het knip- en plakwerk - dat tot doel heeft een verscheidenheid aan standpunten aan bod te laten komen - is af en toe vermoeiend en weinig relevant. Maar los van deze eerder technische minpunten kan niet ontkend worden dat de film een rake trap in de zak is. Sommige scènes zijn bijna ondraaglijk hard. Dat er in de filmzaal tijdens het rollen van de (geluidloze !) eindcredits door geen enkele filmfan ook maar één woord gezegd werd, door niemand bewogen werd, niemand zijn jas aantrok, sprak boekdelen. De prent heeft duidelijk een gevoelige snaar geraakt, want wordt in de US door velen als anti-US-propaganda gekatalogiseerd. Er is zelfs een heuse polemiek ontstaan tussen Mark Cuban (eigenaar van de Dallas Mavericks en geldschieter voor de film) en FOX-presentator Bill O'Reilly, die opgeroepen heeft tot een boycot van de film.
De debuutfilm van de Russische regisseur Andrei Zvyagintsev (The Return, 2003) maakte flink wat indruk op deze blogger en dat is met zijn opvolger IZGNANIE/THE BANISHMENT (2007) niet anders. Alex verhuist met zijn vrouw Vera en hun twee kinderen van een grijze industriestad naar het idyllische plattelandshuis waar hij zijn eigen kindertijd doorbracht. Maar er zijn angels in de idylle : Alex lijkt betrokken in duistere zaakjes en zijn broer Mark is een onverhulde crimineel. Wanneer Vera bovendien bekent dat ze zwanger is van een andere man, zet deze bekentenis een noodlottige reeks gebeurtenissen in gang ... Deze film is Russische cinema op z'n best. De combinatie van het hypnotiserende en trage tempo, de zinderende beeldenpracht en kleurenfotografie, de etherische muziek van de Estse componist Arvo Pärt en opdringerige religieuze symboliek dompelen de kijker onder in een cinema-bad dat zwaar schatplichtig is aan Tarkovsky. De nogal magere inhoud weegt dan misschien wel niet op tegenover de zwaarmoedige aanpak, maar dit is nog altijd eindeloos veel beter dan een flink pak releases van hetzelfde jaar. Gelet op het talent van deze regisseur kan het haast niet anders of hij draait ooit een meesterwerk dat op het niveau van Tarkovsky zelve kan staan.
Boris Karloff was overduidelijk al flink op leeftijd toen hij mocht opdraven in de Britse horrorcultfilm THE SORCERERS (Michael Reeves, 1967) en zou enkele jaren later trouwens overlijden. De prent is een amusante lowbudget-flick van de getalenteerde en betreurde regisseur Reeves die amper een viertal films draaide en op 26-jarige leeftijd om het leven kwam. Karloff speelt - hoe kan het ook anders ? - een professor die een interessante uitvinding heeft gedaan, die uitgetest wordt op een lukraak gekozen jongeman : de jongeman wordt gehypnotiseerd en achteraf kan de professor vanuit zijn luie zetel de handelingen van de jongeman niet alleen controleren maar ook diens gewaarwordingen ervaren alsof hij ze zelf meemaakt. Ook de vrouw van de oude professor doet mee aan het experiment en laat de jongen steeds gevaarlijkere dingen doen, omdat ze stilaan verslaafd geraakt is aan het voelen van steeds nieuwe sensaties. De oude professor verliest de controle over zijn sensatie-verslaafde vrouw ... Leuk cultdingetje voor de liefhebbers, met naast Karloff nog Ian Ogilvy (die later een succesvolle TV-carrière uitbouwde) in de rol van de gehypnotiseerde jongeman. De scènes van het 'swingende' nachtleven zijn aandoenlijk naïef. Karloff doet in deze film in feite niet veel meer dan op een stoel zitten en grimassen trekken, maar het is hem uiteraard vergeven vermits hij tijdens het maken van de film 80 jaar oud was.
In de autobiografische animatiefilm WALTZ WITH BASHIR (Ari Folman, 2008) onderneemt de regisseur een poging om zijn eigen vervaagde herinneringen en ervaringen als Israëlisch soldaat tijdens de Libanese oorlog van 1982 (en de bloedbaden in de Palestijnse vluchtelingenkampen Sabra en Shatila) terug aan te scherpen. Het is niet zozeer een historisch of politiek verslag van de gebeurtenissen, maar wel een regressieve en trauma-verwerkende tocht van de maker doorheen zijn eigen ervaringen. Superlatieven schieten me tekort om deze film (de eerste animatie-documentaire ?) te beschrijven. De invalshoek, het verteltempo, de kwaliteit van de animaties, de droomachtige scènes, ... : het levert geen gratuite propagandafilm op over een onderwerp dat nu nog gevoeliger ligt dan ooit, maar een hoogstpersoonlijke vorm van therapie, gegoten in grote kunst. Verbluffend sterk en een absolute must see.
1 opmerking:
the russians ? The Russians ??
haha, heerlijk
Een reactie posten