Pukkelpop dag 3 (22.08.2009)
Hoewel aftakeling en vermoeidheid zich stilaan lieten gelden, kraaide de haan vandaag extra vroeg. Je krijgt immers niet elke dag de kans om één van je beste vrienden op het podium van Pukkelpop aan het werk te zien, in casu Kris Martens in zijn hoedanigheid van drummer bij Diablo Blvd. Frontman en BV Alex Agnew had er in The Shelter weinig moeite mee om het opvallend talrijk opgekomen publiek tot een massale circle pit te bewegen, met een locale zandstorm en een apetrotse vader Martens tot gevolg. Een potige opener van een dag die een tikje meer in het teken zou staan van chill en rust.
Met prettig gestoord te zijn kom je soms al een heel eind, ook al beheers je nauwelijks een instrument. Dat werd bewezen door de aanwezigheid van Micachu & The Shapes op het Clubpodium. Aan enthousiasme geen gebrek bij frontvrouw Mica Levi maar haar vrolijke escapades konden nauwelijks verhullen dat haar songs in feite niet meer zijn dan ludiek getwinkeleer op kinderlijke instrumentjes. Nee, dan genoot ik meer van de al even luchtige maar stukken degelijkere songsmederij van Jack Peñate, van wiens set ik de tweede helft nog kon meemaken. Tonight's today blijft aanstekelijk en het zomerse hitje Be the one sloot voorspelbaar af. Voor een muzikale aardverschuiving moest je in de Marquee niet aankloppen, maar soms moet het niet meer zijn dan een paar frisse liedekens.
Voor frisse liedekens moet je alleszins niet bij Hudson Mohawke zijn, een nog zeer jonge Schot die in de Chateau druk in de weer was met allerlei electronische hardware. En het moet gezegd : hij deed dat voortreffelijk. Zich amuserend als een kind in een snoepwinkel flitste hij heen en weer tussen genres. Snoeiharde beats en loungy effecten, hyperkinetische loops en dromerige soundscapes. Hij plakte het aan elkaar alsof het niks kostte. Een jonge kerel barstensvol talent waarvan we hopelijk het laatste nog niet gezien hebben. Waarvan we wellicht ook het laatste nog niet gezien hebben, is Deerhunter. In hetzelfde genre zagen we eerder dit weekend A Place To Bury Strangers falen, maar lange lummel Bradford Cox en de zijnen slaagden wél in hun opzet om een frisse en interessante indieversie van oude shoegaze-rock op de Marquee-planken te brengen.
Er was helaas in de Chateau geen binnenkomen aan om het concert van dubstepper Rusko mee te maken. En aldus werden wij van op een afstand willens nillens getuige van de clichématige drek die op het hoofdpodium werd geproduceerd door de punkrockers van Anti-Flag. Over smaken en geuren valt niet te twisten, maar iedereen die een beetje serieus met muziek bezig is zal wel moeten toegeven dat dit een ramp was. Zucht.
Van het concert van Hanne Hukkelberg op het clubpodium kon ik te weinig meepikken om er een deftig oordeel over te kunnen vormen en bovendien diende ik me bijtijds naar het hoofdpodium te begeven om er jeugdheld Jay Mascis en zijn Dinosaur Jr aan het werk te zien. Twee jaar geleden nog afsluiter in de Marquee, nu ietwat verloren op een veel te groot hoofdpodium en onder een veel te straf schijnende zon. Geruggesteund door de vaste batterij Marshall-versterkers liet Mascis het echter niet aan zijn hart komen en in een kort maar snedig optreden werd het publiek - naast enkele nummers uit de twee reüniealbums Beyond en Farm - getrakteerd op tijdloze parels zoals Freakscene, Sludgefeast en het magisch mooie en lang uitgesponnen The Wagon. Dat publiek was trouwens een bizarre mix van oude fans die jeugdherinneringen ophaalden en van jonge pubers die reeds klaarstonden voor 50 Cent. Je zag de bakvissen met afgrijzen kijken naar die oude rocker met zijn lange grijze haren en ze stopten hun vingers in de oren om zoveel mogelijk van die hard uitwaaierende fuzz te blokkeren. Jay, je blijft een held !
Het Britse Florence & The Machine heeft met frontvrouw Florence Welch een roodharige furie aan het roer staan. Gaandeweg slaagde La Welch er met haar straffe podiumprésence in om het publiek in de Club volledig in haar binnenzak te steken. Kiss with a fist was al een onweerstaanbare single en ook Dog days are over charmeerde de talrijke fans. Enkele malen bleef het applaus aanzwellen tot een collectief delirium en Florence leek nauwelijks te weten wat ze meemaakte. Toch wel een toppertje, dit concert. Fris en soulvol maar met een flinke mate aan cojones. Wie doet het haar na ?
Alleszins niet Kevin Martin die in de Chateau onder zijn artiestennaam The Bug aantrad. Voor venijnig uitgespuugde grime en dubstep uit grootstedelijke achterbuurten mag je me altijd wakker komen maken en op zich draaide Martin geen verkeerde set, maar zijn rap-homies vonden het nodig om er de angel volledig uit te halen door elke cliché uit het Grootboek der Hiphop-volksmennerij boven te halen. Bij deze muziek kan het niet de bedoeling zijn dat je een geeuw nauwelijks kunt onderdrukken.
Naast de eliminatie van donkere Grimbergen op het festivalterrein had Chokri nóg een misdaad op zijn geweten : White Circle Crime Club samen programmeren met Dinosaur Jr ! Wie doet nu zoiets ? Word on the wei was dat WCCC eerder deze dag in de Wablief?!-tent wederom zijn eigen klassevolle zelve was en met één welbepaalde en onverantwoord goede nieuwe song het beste deed verhopen voor de nieuwe plaat waaraan momenteel gewerkt wordt. Als troostprijs konden we nog het ene nummer meepikken dat WCCC mocht spelen in de ultrakleine tent van sponsor Mine. Eigenzinnig en interessant als altijd blijkt WCCC ook in dit soort van kleine improv-sessies te kunnen excelleren. Een mens zou al bijna vergeten dat even voordien 50 Cent met een opvallend beperkte bezetting zijn kunstjes deed op het hoofdpodium. De bakvissen die een paar uur voordien de groezelige Mascis moesten trotseren, zullen ongetwijfeld tevreden geweest zijn.
Misschien had mooie jongen Pharrell Williams ook beter gekozen voor een beperktere en strakkere bezetting, want de overbevolking op het hoofdpodium voor het concert van N.E.R.D. was voor niets nodig. Een nogal rommelige bedoening dus die af en toe nog hoog kon scoren op de fun-o-meter (zoals tijdens Lap dance), maar waarom in de slotminuten plotsklaps een slecht gespeelde cover van Seven nation army op de proppen moest komen, is onbegrijpelijk. Er gebeurde tijdens dit concert veel meer op het podium dan tijdens de act van Fitty en Pharrell is een toffe peer, maar met dit materiaal moet meer aan te vangen zijn.
Maar gelukkig is er in bange tijden nog een groep zoals Tortoise, terug van eigenlijk nooit echt weggeweest met het goed ontvangen album Beacons of Ancestorship (2009). In 1996 speelden ze in de Chateau. Ik stond er toen bij en keek ernaar met een groeiend gevoel van verbazing en ongeloof. Een gevoel dat je maar zelden tijdens concerten ervaart. Een gevoel dat je iets werkelijk nieuws meemaakt, het ontstaan van een nieuwe subdirectory in de rockgeschiedenis. De heren mochten vandaag hun muzikale meesterschap etaleren in de knusse Club en dat bleek een goede locatie te zijn. De bandleden zijn allemaal multi-instrumentalist en tussen de nummers door werd volop van plaats en instrument gewisseld. Dit was echter geen storende factor in dit uitstekende concert dat zich liet smaken als een langgerekte trip, mooi ondersteund door functionele en stijlvolle visuals. De twee drummers - centraal vooraan op het podium tegenover elkaar geplaatst - zijn veel meer dan een gimmick maar een essentieel onderdeel van dit unieke muzikale spectrum, waarin ook de vibrafoon een belangrijke rol opeist. Maar in feite is elk instrument ondergeschikt aan het geheel. Voor solo-gefriemel is er geen ruimte. Alles ten dienste van het collectief. En of het mooi was ! Eén en ander mondde uit in een fantastisch afsluitend nummer, dat een mooi orgelpunt vormde voor deze editie van Pukkelpop.
Van op een afstand deden we nog even moeite om deelgenoot te worden van het concert van Arctic Monkeys maar de aandacht was er niet echt meer bij. Homeward bound dus, alwaar we ondanks de vermoeide ledematen toch nog voldoende kracht vonden om het tot het ochtendgloren uit te zingen. Idiots !
Geen opmerkingen:
Een reactie posten