30 november 2009

The Tragically Hip (AB - 29.11.2009)

Vermits wij als AB-habitués gewoon zijn aan een gebruikelijk beginuur van de hoofdact rond 21.00u, waren we verbaasd toen bij onze binnenkomst rond 20.30u de Canadese band The Tragically Hip reeds volop onder stoom gekomen was. Straffer nog : een kwartiertje later werd een pauze ingelast en werd het eerste deel besloten. Een pauze in een rockconcert ? Hoogst ongebruikelijk. We hadden hoe dan ook pakweg drie kwartier van het concert gemist. In retrospect weet ik niet of ik dat erg moet vinden...

Om één of andere reden is het er nog nooit eerder van gekomen om The Hip live aan het werk te zien. Bizar eigenlijk als je weet dat de groep al een kwart eeuw bestaat en meermaals de Lage Landen heeft aangedaan. Ik ben nooit een Hip-freak geweest maar had voor de gelegenheid nog eens door hun oeuvre gebladerd, met de nadruk op hun nieuwe album We are the same (2009). Een goed album die de band ten voeten uit toont : intelligente lyrics en een gedreven rocksound die zowat het midden houdt tussen americana, stadionrock en college-rock à la R.E.M.

Ik kan me niet uitspreken over het grootste gedeelte van de eerste helft van het concert, maar de tweede helft was een mix van nummers van nieuwe album (Coffee girl, Love is a first) en oudere klassiekers, zoals Ahead by a century, Grace too, Gift shop en tot slot van de reguliere tweede set (die overigens van start ging met enkele akoestische nummers) een zeer energieke versie van My music at work, waarbij frontman Downie zich in het publiek begaf tot op de plek waar ik me bevond halverwege de zaal. De band staat er als een huis, aan enthousiasme geen gebrek en aan goede nummers evenmin.

Maar dan heb ik het nog niet gehad over frontman Gordon Downie. Je hebt zo van die frontmannen die de aandacht constant naar zich toezuigen. Soms dankzij een overschot aan charisma en natuurlijke uitstraling, soms o.w.v. hun irritant gedrag. Downie hoort in de tweede categorie thuis. Voor het overgrote deel van het publiek - dat voornamelijk uit veertigers bestond - leken de truucjes van Downie perfect te werken en een redelijk volgepakte AB at uit zijn hand, maar mij werkte de man alleen maar op mijn zenuwen. Downie had meestal een witte zakdoek in de hand waarmee hij zich het zweet afveegde en dat hij daarna in het publiek kijlde. Zo zijn enkele tientallen zakdoekjes de revue gepasseerd, op alle mogelijke wijzen behandeld : erin blazen, ermee voetballen, ... Voeg daarbij nog zijn voorkeur om alle lyrics uit te beelden met handgebaren en gezichtsexpressies én het feit dat zijn stem al te nadrukkelijk in de geluidsmix zat, en de rapen waren gaar. En éénmaal je er op begint te letten, dan begin je je natuurlijk aan alles te ergeren. Of vond mijn ergernis zijn oorzaak in jaloezie op de vriend van Annelies Beck, de sympathieke Radio 1-journaliste die zich tijdens de tweede set in mijn nabijheid bevond ? Wat er ook van weze, het was een concert dat me niet lang zal heugen. Bedankt voor het verpesten van wat anders een uitstekend concert had kunnen zijn, Downie !

Ergens op een discussieforum vond ik een gelijkgestemde ziel, wiens mening omtrent Downie ik kan bijtreden, hoewel zijn visie over The Hip natuurlijk een beetje bij de haren getrokken is : "Gordon Downie is a total tool. His voice is irritating, and it always has been, and his poetry book is probably the most laughable thing I've read this year. They're still a fun group if you're watching a hockey game with a few buddies, drinking a couple of beers. But I hate hockey and I rarely drink." Meer dan degelijke muziek, belachelijke frontman.

28 november 2009

Ultima Vez-dagen (Warande - 25 & 27.11.2009)




Kempenzoon Wim Vandekeybus en zijn illustere dansgezelschap Ultima Vez werden enkele dagen uitgebreid voor het voetlicht geplaatst in de Turnhoutse Warande. Uiteraard met veel dans, maar ook met aandacht voor het fotowerk van Vandekeybus (zijn eerste voorliefde) middels een tentoonstelling. Een workshop en prikkelende muziek maakten het geheel compleet. Een kort overzicht.


Ultima Vez : "nieuwZwart" (Warande - 25.11.2009)

De laatste productie van Ultima Vez is opnieuw vintage Vandekeybus : expressie en oerinstincten primeren op het louter danstechnische. Auteur Peter Verhelst zorgde voor de donkere en poëtische teksten, gebaseerd op zijn dichtbundel "Nieuwe sterrenbeelden". De Australische Kylie Walters - volledig in het wit gekleed - debiteert de teksen, hierbij de ganse ruimte van het podium gebruikend.

Aanvankelijk wordt het grootste gedeelte van het podium aan het zicht onttrokken door een groot gaas. Achter dit gaas ligt een immens goudkleurig doek, waaronder zich kronkelende figuren bewegen. Zeer schimmig en vaag verlicht komen de wezens langzaam te voorschijn. Naakt, hevig kronkelend en hevig om zich heen schoppend hebben deze figuren duidelijk last met hun geboortepijnen. Tussen hen door lopen drie donker geklede figuren die hen met lantaarns beschijnen. Een spookachtig en indrukwekkend tafereel. Aan de lantaarns zijn microfoons verbonden en zo wordt het geluid versterkt van de drie mannen die op de wangen van de 'pasgeborenen' kloppen, aldus een bizarre geluidsloop scheppend.

Het gaas verdwijnt, het gouden geboortekleed wordt naar de achtergrond verdreven en de drie mannen verschijnen plots op een verhoogd platform. Eén van hen is de immer charismatische Mauro Pawlowski die als muzikale ceremoniemeester zal fungeren. Rauwe en harde muziek, bezwerend en compromisloos met Mauro en Elko Blijweert op gitaar en Jeroen Stevens op drums. In het lange middenstuk - waarin de pasgeboren dansers ruw met elkaar in contact komen - is het vooral de uitstekende muziek die de drive vormt. Zonder afbreuk te willen doen aan de zeven jonge dansers overigens, waarmee Vandekeybus voor het eerst heeft samengewerkt. In een sterke slotscène keren de dansers opnieuw terug - na wat een lang en uitputtend gevecht lijkt geweest te zijn - naar hun naakte origine. Een goed totaalspektakel van tekst, muziek en dans. Misschien was het tussenstuk een tikje te lang en bereikte de tekst van Verhelst niet altijd zijn doel, maar deze synergie der kunsten was alleszins beter van kwaliteit dan pakweg "Menske" of "Blush", vroegere producties van Vandekeybus waarin de mayonaise minder pakte.




Germán Jauregui : "Sunset on Mars" (Warande - 27.11.2009)


Twee Ultima Vez-anciens maken samen een eerste eigen productie. De Spaanse Bask en choreograaf Germán Jauregui en de Russische danseres Lena Fokina brengen samen een goed doordachte parabel op een samenleving die nood heeft aan een ethisch réveil.

Het podium is bedekt met een immens tapijt aan opengeslagen boeken. Kaft tegen kaft, gedrapeerd in een perfecte rechthoek, vormt dit tapijt een intellectuele schat maar een emotionele woestenij. Jauregui kruipt tergend langzaam over het boekentapijt, met als enige doel het bereiken van een kleine steen die hij kort daarbij heeft weggeworpen. Het tafereel herhaalt zich enkele malen totdat Fokina druipnat ten tonele verschijnt. De druppels die luid neervallen op de boeken vormen de begeleidende soundtrack bij het verhaal dat Fokina vertelt. Een surrealistisch verhaal over grootmoeders die uit de lucht komen vallen en zich met hun oude tanden in de schors van bomen vastbijten. Ze maakt haar zakken - verzwaard met stenen - leeg, wringt de laatste druppels uit haar kledij en baant zich een weg door de overvloed aan boeken door ze methodisch dicht te klappen. Jauregui volgt haar voorbeeld en lijkt plots tot een besluit te komen : met een welgemikte steen smijt hij de lamp kapot. De nacht valt. In een bijna complete duisternis verschijnen vier figuren die in een mum van tijd het boekentapijt opruimen.

Opnieuw licht, opnieuw dag. Een prikkelend spel van verleiding lijkt de informatie-monotonie te kunnen doorbreken : Jauregui en Fokina rollen rollebollend over het podium, maar de aanvankelijke aantrekkingskracht maakt al snel plaats voor een nieuwe monotonie. Een schier eindeloze herhaling van dezelfde aantrekkings- en afstotingspatronen, uitgevoerd in complete stilte met het hijgen van de twee dansers als enige geluid. Uiteindelijk zal de relatie tussen de man en de vrouw grotendeels uitdoven, hoewel ze na lang twijfelen toch telkens weer besluiten om elkaar - letterlijk - te ondersteunen wanneer de neergang dreigt. Zeer bescheiden optimisme dus.


Slotavond (Kuub - 27.11.2009)
De eerder genoemde drummer Jeroen Stevens vormt samen met Rutger De Brabander het uitstekende trashduo I Love Sarah. Hun debuutalbum Isle Of Sarah kwam eerder dit jaar uit onder muzikaal leiderschap van Pascal Deweze. Leunt muzikaal af en toe een tikje aan bij Lightning Bolt maar gaat toch iets gestructureerder te werk. Tussen de nummers door toont Stevens zich als een amusant causeur met een goed gevoel voor droge humor. Ik onthoud vooral twee nummers uit de zogenaamde Chinese Trilogie, namelijk "Greensleeves (Chinaman, you must die)" en "Zilch(ke scoren) (No lacism in China)", titels die voldoende zeggen over de verknipte humor waarvan dit duo zich bedient. Tijdens hun concert werd door enkele dansers van Ultima Vez reeds gebruik gemaakt van de grote catwalk die in verbinding stond met podium.

Vervolgens was het de beurt aan Mauro Pawlowski om zijn duivels te ontbinden. Aan het hoofd van een rockformatie die simpelweg "Pawlowski" werd gedoopt, beperkte Pawlowski zich hoofdzakelijk tot zang/schreeuw, verneukte toetsen en mondharmonica. Jeroen Stevens nam opnieuw plaats achter de drums, Sjoerd Bruil (Sukilove, Tim Vanhamel) op gitaar en toetsen, Elko Blijweert (Dead Man Ray, Rudy Trouvé, Star Club West) op gitaar, Ben Younes op bas en Pascal Deweze op trom, toetsen en gitaar. Enkele thema's uit nieuwZwart worden verder uitgediept. Een brutale en harde sound die soms aan de sludge à la Melvins deed denken, die door Mauro zelf omschreven wordt als "30th century stomp" en waarbij hij zich beweegt als een duivel in een wijwatervat. Zijn oude alter-ego "Somnabulla" leek af en toe te komen bovendrijven. Benieuwd wat Helmut Lotti en eega Jelle Van Riet van dit concert vonden. Ook zij bevonden zich in het publiek en werden vooraf aan de toog trouwens hartelijk door Mauro verwelkomd.

Tijdens het concert werd de catwalk druk gebruikt door de dansers van Ultima Vez. Vandekeybus zelf is bijna nooit meer als danser aan het werk te zien (blijkbaar wegens fysiek té belastend) maar maakte voor vanavond een uitzondering. Hoe geweldig was het om Vandekeybus een energieke solo te zien dansen terwijl Mauro loos ging op mondharmonica ! Voor de kenners waren er af en toe herkenbare stukken te zien. Niet alleen werd er druk gesampeld uit nieuwZwart, ook oudere stukken van Ultima Vez kwamen aan bod. Zo zagen we een frêle meid die enkel door hevig heen en weer te rollen kon ontsnappen aan de ritmisch stampende voeten van Vandekeybus (een scène die eerder al voorkwam in de overzichtsvoorstelling Spiegel). En ook de memorabele choreografie waarbij dansers de armen en benen van hun collega's gebruiken als de lopen van kanonnen en geweren, zagen we eerder in Menske.

Om de avond te besluiten werd nog een DJ- en VJ-set ingelast. Na een korte opwarming door een DJ die zich vooral liet gaan in exotische geluiden (met o.a. Mulatu Astatke), nam Mauro de knoppen over. Een drastische muzikale wijziging, want Mauro draaide vooral oude funk en disco. Als gewone sterveling was het overigens geen sinecure om een danspasje te placeren, als je weet dat het hele Ultima Vez-gezelschap zich ondertussen ook op de dansvloer bevond. Probeer maar eens je ding te doen op de tonen van pakweg Michael Jackson als naast je een professioneel dansgezelschap hetzelfde aan het doen is. Vandekeybus zelf zag het geamuseerd aan, zich onderwijl van zijn rol als VJ kwijtend door Ultima Vez-samples en oude films door elkaar te mixen. Het feestje was nog niet gedaan toen parkeer-issues ons noopten tot een vroegtijdige aftocht. Van een topavond gesproken !

23 november 2009

I Hate Techno VIII ('t Slot - 20.11.2009)

Het was dan misschien wel niet de muzikaal meest hoogstaande versie van het jaarlijks weerkerende metalfestivalletje in Jeugdhuis 't Slot, het was op z'n minst interessant vanuit sociologisch oogpunt.

De twee zangers van de Kempische hardcore-opener Embodiment Of Fire werkten zich flink in het zweet. Nogal stereotiep maar wel vanuit de juiste attitude gebracht. Of om uit hun al even stereotiepe bandhistoriek te citeren : "It’s not just the music, it’s not just words, it’s what we feel. It’s a way of life, it’s what holds us together. We believe in this. Hardcore… Forever !" Er vooral in blijven geloven, mannen. Afsluiter After All was technisch veruit de sterkste groep van de hele avond en had de meest massieve geluidsmuur in huis. Logisch als je weet dat de band al vele jaren aan de trashmetal-weg timmert en reeds 7 LP's in haar discografie heeft staan. Een stevige stem, een paar lelijke flying V's en een massieve gitarist. Ingrediënten genoeg voor een goede show zou je denken. Maar de aandacht was al verslapt en het bier te rijkelijk gevloeid.

Bovendien was ik nog té gebiologeerd door het schrille contrast tussen de gezapige bierbuiken van het Limburgse Havoc en de jeugdige branie van Vogue. Eerstgenoemde band bestond uit een groepje mannen op leeftijd die voor de gage van enkele bakken bier nog eens het beste van zichzelf wilden geven. Mannen die tegen beter weten in blijven knokken voor hun hobby, deels om thuis weg te kunnen zijn maar zeker ook deels uit liefde voor muziek. Voor zo'n mannen moet je respect tonen, ook al scheren ze muzikaal geen hoge toppen. De drummer zat te hijgen en te puffen dat het een lieve deugd had en had zijn drumstel trouwens wel zeer eigenaardig opgesteld : hij moest zo laag op zijn snare slaan, dat het er eerder op leek dat hij deeg aan het kloppen was of de hand aan zichzelf aan het slaan was. De mannen hadden een vriendenkring meegetroond die duidelijk nog eens profiteerden van de gelegenheid. Ze amuseerden zich de pleuris, waren kliedernat van gemorst bier en zweet en gingen elkander te lijf met elkaars schoenen en sokken.

Tijdens de set van Havoc stonden de jongemannen van Vogue in een hoekje nogal respectloos te ginnegappen bij het zien van dit aandoenlijke amateurisme. Geen bierpenzen te bespeuren bij deze mannen, die overigens compleet conform de kledijnormen van de alternatieve scene uitgedost waren. Hun zeer korte maar uiterst energieke show was als een kleine tornado. Voor je wist wat er gebeurd was, was het alweer voorbij. En zo zagen we vanavond een zeer diverse doorsnede van de mensheid de revue passeren. Arrogante en respectloze jonge knapen die alles omver bliezen, versus hobbyisten die oude wijn in oude zakken serveerden. Het ene muzikaal tien keer sterker dan het andere, maar op het einde van de rit waren het wel de mannen van Havoc (en hun vriendenkring annex studiemateriaal voor psychologen) die vanavond er het meeste schik in hadden. En is dat uiteindelijk niet wat telt ?

17 november 2009

Andrew Bird (Warande Kuub - 16.11.2009)

Na het concert van vanavond sta ik in volle bewondering voor het werk van Chicaco's beste troubadour Andrew Bird. De man stond in z'n dooie uppie in het midden van het podium (tijdens twee songs begeleid door Jesca Hoop), omringd door enkele microfoons, versterkers en een batterij effectpedalen. Zich daarbij bediendend van een vibrafoon, een electrische gitaar, maracas en vooral een viool pakte hij gedurende anderhalf uur moeiteloos het publiek in, dat ademloos - je kon werkelijk een speld horen vallen - toekeek hoe Bird een unieke muzikale cocon neermetselde in de Turnhoutse Kuub. Een beperkt publiek was getuige van een concert in een - naar de normen van Bird - zeer kleinschalig en intimistisch kader.

De meeste songs werden opgebouwd als volgt : Bird tokkelt een basislijn op zijn viool en creëert er middels één van zijn pedalen een loop mee. Vervolgens tokkelt hij op zijn viool een tweede melodielijn. Deze twee loops vormen samen de basis van het nummer waarbovenop Bird dan soms nog de electrische gitaar ter hand neemt of de viool als strijkinstrument gebruikt en het nummer naar een hoogtepunt stuwt. Het is een techniek die tegenwoordig eerder als gimmick door een aantal artiesten gebruikt wordt maar die Bird in de loop der jaren heeft uitgepuurd tot een efficiënt geheel en tot een essentiële ondersteuning van zijn kunst. De warme stem, de poëtische teksten en de meesterlijke wijze waarop Bird het fluiten tot kunstvorm verheft, maken het geheel af.

Bird toonde zich als een open boek, zowel in zijn bindteksten als in zijn manier van spelen : een warhoofd, gehinderd door/begenadigd met een overvloed aan invalshoeken. Hij komt het podium op, trekt zijn schoenen uit en bedient schijnbaar warrig de pedalen, heen en weer schuivend tussen de verschillende instrumenten. Alsof het ene idee nog maar amper opgekomen is maar al verdrongen wordt door het volgende. Zo ook in zijn bindteksten : aandoenlijk in hun warrig karakter, waarbij wat hij initieel wou zeggen al snel door een nieuwe gedachtensprong overschaduwd wordt. In het universum van Bird is nooit iets af maar blijft alles vatbaar voor verbetering en evolutie. Zo stonden op de setlist bijvoorbeeld Imitosis en Darkmatter, beiden uit het album Armchair Apocrypha (2007) . Imitosis is een verlengstuk van het nummer Capital 'I', dat verscheen op het album Weather Systems (2003). Beide nummers zijn geïnspireerd op een educatief stukje uit Sesame Street en naar aanleiding van de veertigste verjaardag ervan droeg Bird het nummer op aan het bekende TV-programma. En Darkmatter is dan weer een herwerking van het nummer Sweetbreads, eerder verschenen op de live-EP Fingerlings 1 (2002). Aan zowel Imitosis als Darkmatter gingen schimmige bindteksten vooraf, maar die - ik vermoed oprechte - onbeholpenheid verhogen alleen maar de aaibaarheidsfactor van Bird.

Zangeres Jesca Hoop - opgevoed volgens strenge Mormoonse richtlijnen en in een vorig leven nog kindermeisje voor de nakomelingen van Tom Waits en diens eega Kathleen Brennan - mocht opdraven om Bird bij te staan in twee nummers : het nieuwe nummer Lusitania en het eerste bisnummer, een prachtige cover van Bob Dylan's Oh Sister. Mooie nummers maar het echte hoogtepunt kregen we middels een fantastische improv-versie van Carrion Suite (verschenen op de bonusdisc bij de luxe-editie van het laatste album Noble Beast). Volgens Bird de eerste keer dat hij het live speelde en ik begrijp waarom : een huzarenstukje om dit op je eentje gespeeld te krijgen. Tot slot dient ook nog de roadie van Bird vernoemd te worden : getooid in indrukwekkende snor en hooggehakte laarzen mocht deze hippe vogel opdraven telkens Bird zijn gitaar gebruikt had om deze opnieuw te stemmen. Een showelement an sich.

Van deze blog plukte ik de foto en de volgende filmpjes, die ik ten zeerste kan aanbevelen. Sowieso één van dé concerten van het jaar.





14 november 2009

Sukilove & You Raskal You (Cahier - 13.11.2009)

De naam van You Raskal You is in het bestek van onderhavige blog reeds meerdere malen gevallen en de aandachtige lezer zal gemerkt hebben dat dit bijkans altijd gepaard ging met lovende bewoordingen. Ook het openingsconcert dat het vijftal vanavond gaf dient wederom bewierookt te worden en noopte ons achteraf - en niet voor het eerst - tot de overpeinzing waarom deze groep in hemelsnaam nog niet op bredere schaal is doorgebroken. Kijk hier voor een video-impressie van het concert.

Enkele weken geleden deed ik mijn beklag over een gebrek aan spelvreugde bij de heren van Customs, gecombineerd met een ronduit irriterende soundcheck. Dat het ook anders kan, werd bewezen door Sukilove, de band rond Pascal Deweze. Hoewel deze laatste al flink wat sporen heeft nagelaten in het Belgische muziekwezen (Metal Molly, Mauro & The Grooms en het Chitlin' Fooks-project met Carol Van Dijk van Bettie Serveert), viel de man op geen grammetje kapsones te betrappen.

Fris van de lever ging het van een uiterst korte soundcheck naar een leuke set die grotendeels opgetrokken was uit nummers van het zopas verschenen album Static Moves. De plaat werd op korte tijd opgenomen in de eigen studio van Deweze - "Studio Jezus" - gelegen in een verlaten fabriekspand. Ogenschijnlijk ietwat warrig en rommelig, bood het concert toch een goede indruk van het onmiskenbare muzikale meesterschap waarover Deweze beschikt. De man kon er trouwens goed mee lachen toen op het einde van de reguliere set bleek dat de deur naar de backstage pardoes gesloten bleek te zijn, de band aldus onder lichte dwang tot een bisronde pushend. En dat hij een fan was van de bescheiden DJ-exploten van ondergetekende, was een leuke bonus. Geslaagde avond kortom.

07 november 2009

Wilco (AB - 06.11.2009)

Soms kunnen weinig woorden volstaan om een concert te beschrijven. Zo ook met het uitstekende concert dat Chicago's finest Wilco ten beste gaf in de AB. Ambachtelijke en oerdegelijke songsmederij, frontman Jeff Tweedy in een goede bui, onweerstaanbare countrybluesrock met orgastische uitbarstingen, een puntgaaf geluid en aan waanzin grenzende gedrevenheid. Na anderhalf uur topkwaliteit werd er nog een bisronde van drie kwartier aan toegevoegd, met het ene hoogtepunt na het andere. Vanaf opener Via Chicago - dat het publiek meteen op scherp zette door geschifte drumbreaks in te lassen - was het goed prijs en viel zelfs met een vergrootglas geen enkel moment van zwakte meer te bespeuren.

Bij Jesus Etc. werd de zanglijn aan het publiek overgelaten, tot groot genoegen van Tweedy en ter bevordering van eenieders kippenvel. Spiders is niet minder dan epiek in akkoorden gegoten en Hate it here moet zowat de meest aangrijpende opsomming van huiselijke taken in de muziekgeschiedenis zijn. Maar toen hadden we Impossible Germany al gehad, waarbij gitarist Nels Cline middels een ongelooflijke gitaarsolo ijle hoogten van genialiteit bereikte. Ik zat erbij en keek ernaar, met wijdopengesperde ogen en een van opwinding vibrerende hersenpan. Eén van dé muzikale momenten van het jaar. Cline ging tijdens het concert trouwens meermaals het duel aan met zijn versterker, als een geesteszieke op speed op zoek naar de meest snerpende feedback.

Uitmuntend concert van een band die zijn gelijke niet kent. Voor de volledigheid geef ik nog even de setlist mee :

1. Via Chicago
2. I'll Fight
3. Company In My Back
4. Wilco (The Song)
5. A Shot In The Arm
6. Bull Black Nova
7. I Am Trying To Break Your Heart
8. One By One
9. Misunderstood
10. Deeper Down
11. Handshake Drugs
12. Wishful Thinking
13. Impossible Germany
14. Poor Places
15. Reservations
16. Spiders (Kidsmoke)
------------
17. Jesus, Etc.
18. Sonny Feeling
19. The Late Greats
20. Heavy Metal Drummer
21. Hate It Here
22. Walken
23. I'm The Man Who Loves You
24. Monday
25. I'm A Wheel

06 november 2009

Tony Allen (Zuiderpershuis - 05.11.2009)

Samen met de legendarische Fela Kuti lag drummer en componist Tony Allen aan de basis van het ontstaan van de zogenaamde 'Afrobeat', een aanstekelijke mix van funky ritmes, ellenlange grooves op bas en ritmegitaar, politiek geïnspireerde teksten en een Nigeriaans sausje. Vooral ten tijde van Kuti's band "Africa '70" in de vroege jaren '70 vierde het genre hoogtij in Nigeria en de omringende landen. Het genre werd ook in het Westen opgepikt. Mensen als James Brown, Brian Eno en David Byrne bekenden openlijk beïnvloed te zijn door Kuti.

De afrobeat leek even in de plooien van de muzikale geschiedenis te zullen verdwijnen na het vroegtijdige overlijden van Kuti in 1997. Femi Kuti (zoon van) en vooral Tony Allen houden momenteel de fakkel echter nog steeds brandende. Met de release van het uitstekende album Secret Agent op het toonaangevende World Circuit-label én een al even uitstekend concert in een goed gevuld Zuiderpershuis bewees Allen dat de Afrobeat nog steeds even onweerstaanbaar voortroffelt.

Allen verblijft al geruime tijd in Parijs en heeft aldaar de leden van zijn kleurrijke begeleidingsband gerecruteerd. Mensen met roots in Martinique, Kameroen, Nigeria en Frankrijk vullen de nieuwe Allen-plaat in. Logischerwijze duiken meerdere nummers van deze plaat op in de setlist. Zoals de titelsong en het memorabele Elewon Po (too many prisoners). Veel nummers zijn echter onderling uitwisselbaar want drijven telkens weer op die onderhuids kriebelende afrobeat.

In twee sets van telkens ruim een uur bleek die typische afrobeat-groove haast onweerstaanbaar te zijn. Bizar eigenlijk als je weet dat er in deze muziek geen ruimte is voor solo's en ego's. Vanachter zijn drumstel houdt de pientere en al 69-jarige Tony Allen het geheel in de gaten en stuwt hij op bijna achteloze en schijnbaar moeiteloze wijze de beat voort. Het ziet er allemaal zo simpel uit. Bijna drummen voor slackers. Maar schijn bedriegt : niet voor niets noemde Brian Eno deze man "misschien de grootste drummer aller tijden". En zo gaat het ritme telkens maar door, ondersteund door basgitaar en ritmegitaren die bijna nooit soleren maar ten dienste staan van de nooit ophoudende groove, zoals ook trompet/sax/synth. De charmante Orobiyi Adunni is een degelijke frontvrouw die de sociaal geïnspireerde teksten mag brengen maar ook zij staat ten dienste van het geheel. De complex-luie ritmes van Allen en zijn strakke band zorgden voor een warm avondje in Antwerpen en toonden de relevantie en het tijdloze karakter van de Afrobeat aan.